Hoe werkt een PV-systeem?
De officiële naam voor één zonnecel is Photo Voltaïc of PV-cel. Een PV-cel is gemaakt van silicium (zand) waarin, onder invloed van licht, een spanningsverschil ontstaat. Eén zonnepaneel bestaat uit meerdere cellen die met elkaar verbonden zijn (bijvoorbeeld 60 stuks). Ook bij bewolkt weer wordt elektriciteit opgewekt. De meeste apparaten werken op 230 of 400 Volt (krachtstroom). Daarom wordt er een omvormer toegepast. De omvormer zorgt ervoor dat de gelijkstroom uit de zonnepanelen wordt omgezet in een wisselspanning van de juiste voltage.
Om de zonnepanelen te kunnen installeren is er een onderconstructie nodig. Er zijn onderconstructies voor plaatsing van zonnepanelen op alle soorten schuine en platte daken. De zonnepanelen vormen samen met de onderconstructie, de omvormer en de bedrading het PV-systeem.
De opgewekte elektriciteit die u niet (direct) gebruikt, levert u gewoon terug aan uw energieleverancier, die dit saldeert met de door u afgenomen energie (wettelijke verplichting). Dit is inclusief energiebelasting en BTW. De hoeveelheid elektriciteit die een PV-systeem opwekt, is afhankelijk van de hoeveelheid zoninstraling en het vermogen van het PV-systeem. Het vermogen van een PV-systeem wordt uitgedrukt in Wattpiek (Wp). Het aantal Wp is het vermogen dat het PV-systeem levert als de zon er loodrecht op schijnt (piekvermogen). Als vuistregel geldt dat een zonnepaneel met een oppervlakte van 1m² (is ongeveer 135 Wp) per jaar ongeveer 125 kWh aan elektriciteit levert (in Nederland). PV-systemen zijn geruisloos, veilig en onderhoudsvrij.